Sat 16 Nov '02 tot Sun 17 Nov '02
Uros eilanden in het Titicacameer
Zaterdag gingen we naar de Uros eilanden in het Titicacameer. Dit zijn drijvende rieteilanden waarop nog zo'n 500 mensen wonen. De eilanden bestaan uit ongeveer 4 meter riet, waarop huisjes gebouwd zijn. Elke vier maanden moet er een nieuwe laag riet op. De mensen leven van de visvangst, het eten van riet (wij hebben ook een stukje gegeten), de vogeljacht en natuurlijk het toerisme. Als je te lang op een plaats blijft staan, komt het water omhoog. Er was zelfs een drijvend schooltje. Toen drie uren varen naar het eiland Amantani. Daar gaan we de nacht doorbrengen bij de plaatselijke bevolking. We hebben nog steeds overdag heel goed weer, dus kwamen we rood als kreeften op het eiland aan. We werden gastvrij ontvangen met bloemenslingers. De gemeenschappelijke maaltijd bestond uit een voedzame soep (met o.a. aardappels) em vier soorten aardappels met vis en salade. Na de maaltijd werden we door onze pleegmoeder, Inez, meegenomen naar haar huis. Zij liep als een kievit omhoog, terwijl wij puffend achter haar aan kwamen. Na de eerste ontvangst heb ik een zware wandeling gemaakt naar de Inca-ruines van Pachapappa (dat is de vader God van de aarde, de andere god is Pachamama). Na wat uitrusten kregen we om half acht de maaltijd in het keukentje van de familie: een klein lampje, een houtkacheltje, Inez zittend op de grond, roerend in het eten en wij aan een klein tafeltje. Hun twee kinderen kwamen gezellig bij ons zitten. Het eten? Gevulde soep en rijst met een prutje van aardappelen, tomaten en???? Om acht uur was er een feest met de plaatselijke bevolking en daarom werden we omgekleed in de plaatselijke klederdracht. Anneke wilde eerst niet, maar zag er toen echt uit als een echte Indiaanse met een lekker kontje. Ik had een poncho en een Peruaanse hoed op. De avond begon eerst met een gebedsdienst van een Sjamaan. Aan zijn bezwering kwam geen einde, die duurde wel anderhalf uur. Voor de persoonlijke bezwering van Anneke had hij van alle gasten de meeste tijd nodig ( het gebrek aan zuurstof?). De verzameling cocablaadjes met schapenvet werd na de dienst verbrand bij de Incatempel. Toen begon de dansavond. De band had tot z'n ongenoegen al heel lang moeten wachten. Iedereen werd gevraagd en moest meedansen. Om half elf kwam onze pleegvader ons gelukkig ophalen, anders hadden we in het pikkedonker ons huis nooit gevonden. Toen kwam het: wel licht, maar geen water, de wc (bano) 30 meter van het huis af. Onze uitwerpselen moesten we met een rieten vegertje omlaag duwen. 's Nachts een geweldige hagelbui op het golfplaten dak. Om vijf uur een balkende ezel. Gelukkig was het bed goed. 's Morgens geen water om onze tanden te poetsen of te wassen. Ontbijten weer in het keukentje: een plat broodje en een pannekoek met banaan als toetje. De bananen hebben we maar achtergelaten, want we hadden als cadeau een grote zak fruit meegenomen. We werden door onze pleegmoeder naar de boot gebracht. Zondag met de boot naar een ander eilandje. De klim naar het dorp was weer heel pittig. Anneke en nog drie andere reisgenoten, die op deze hoogte ( 3800 meter ) te weinig zuurstof hebben, zijn met de boot naar de andere kant van het eiland gevaren. Na onze terugkomst, een steile afdaling van 300 meter, weer 3 uur terug naar Puno. Het is vandaag verkiezingsdag, zodat het heel druk is in de straten. Tijdens het eten kwam de winnende partij met een grote optocht weer door de straten. Morgen vertrekken we naar Cusco.