Anneke en Ton in Peru
Tue 19 Nov '02 tot Wed 20 Nov '02

Pisac, Chinchero

Op dinsdag zijn we naar de Inca ruines van Pisac gereden in een klein busje. Het was een hele lange steile klim naar de ruines, maar gelukkig kon Anneke aan alle beklimmingen meedoen. Ze is nu gewend aan de hoogte, heeft meer adem en geen hoofdpijn meer. Toen wij aan het afdalen waren, kwamen er een stel Peruanen omhoog gerend!! Het was een soort traditionele Inca-wedstrijd. We hebben voor ze geklapt, wat ze wel konden waarderen. Na een bezoek aan de markt van Pisac, waar we natuurlijk weer souveniers kochten, gingen we eten in Urabamba. Ik bestelde daar Sudado de trucha: een soort forelsoep. Krijg ik een bord soep met een een complete forel erin. En tot schrik van Anneke stak er uit het oog van de forel een takje peterselie. Het volgende reisdoel was Ollantaytambo: een enorme Inca ruine. Een hele klim langs de terrassen naar boven. De zonnetempel was gemaakt uit enorme blokken steen van wel 80 à 100 ton. Deze enorme stenen heeft men met mankracht naar boven moeten slepen om een tempel te maken!! Toen naar Chinchero. Een oud plaatsje met ruine en een bijzondere kerk en natuurlijk weer een souveniermarkt. Er was een bijzondere verkoper: een indiaan die ook nog eens muziek maakte. Ik heb daar een regenpijp gekocht en toen hij te weinig wisselgeld had, heeft hij op voorstel van Anneke voor de video-opnamen een deuntje gespeeld. In dat gebied wordt nog met ossen geploegd. Ik zag ineens zo'n ploegende boer en vroeg onze chaufeur voor een fotostop. Toen ik toestemming vroeg om te fotograferen, ging de boer er helemaal voor. Ik moest zelfs de ossen vasthouden en hij ging er op z'n best bijstaan. Je moet dan wel een sol betalen. 's Avonds in heel klein restaurant pizza gegeten. Komt daar zo'n groep muzikanten van Utrecht Centraal de zaak binnen en begint vijf nummers te spelen voor vijf klanten! Je kon elkaar niet meer verstaan en natuurlijk wordt er weer om geld gevraagd. Op woensdag hadden we een vrije dag, maar we zijn eerst met de reisleidster Astrid naar een speciaal kinderproject gegaan. Het heet het Niños Hotel. Twee Nederlanders hebben daar binnen twee jaar 12 straatkinderen geadopteerd. Om aan geld te komen hebben ze een hotel geopend. Van de inkomsten en van giften uit Nederland financieren ze niet alleen hun gezin (op dit moment zijn er ook nog 10 aangenomen meisjes bij Peruaanse gastgezinnen), maar ook een opvang van 250 achterstandskinderen. Deze kinderen komen van minder goede scholen en ook thuis zorgen hun ouders niet goed voor ze. Ze krijgen bijles, één warme maaltijd per dag, medische verzorging, douchegelegenheid en sportlessen. Er is nu zelfs een tweede hotel. Je kunt hier voor weinig geld overnachten en je helpt een goed doel. Onze groep kon er wegens ruimtegebrek helaas niet slapen. Op weg naar de stad kwamen we langs zo'n armoedige school. Wel hebben alle kinderen een schooluniform aan. Ik ging kijken en zei door het hek tegen een onderwijzer dat ik ook in het onderwijs zat. We werden meteen uitgenodigd binnen te komen en daar werden we bestormd door tientallen kinderen die ons allemaal een handje wilden geven of bij Anneke op de foto. We moesten op een bepaald moment echt vluchten. We hebben voor deze school in een soort Peruaanse kantoorvakhandel met z'n vieren schriften en potloden gekocht en aan een hele dankbare onderwijzeres gegeven. Toen begon het voor het eerst te regenen en te hagelen. Wij snel de overdekte markt=mercado binnen. Je hebt nog nooit zo iets gezien! Fruit, groenten, kippen, varkenskoppen, eettentjes, gedroogde bonen, bloemen in allerlei stalletjes maar soms gewoon op de grond. Van koeling, we zijn hier wel in de tropen, heeft niemand nog gehoord. Een hels kabaal met daarbij nog de hagel op het golfplatendak en het onweer buiten. Ook hier weer wat gekocht en Anneke vindt dat afdingen maar zielig. Aan het eind van de dag gaat het haar trouwens goed af. Vervolgens naar de kathedraal, die eigenlijk uit drie kerken bestaat. In deze kathedraal staan wel 20 enorme altaren. Elk altaar bestaat weer uit 10 kleine nissen met daarin beelden. Alles is verguld of verzilverd, ook heel veel houtsnijwerk. Het ziet er wat kitscherig uit. In Europa heb ik dit soort altaren nog nooit gezien. Tenslotte naar een straat waar de huizen zijn gebouwd op oude Inca muren. De stenen zijn niet gemetseld, maar passen bijna naadloos tegen elkaar. Bovendien hebben ze allemaal hoeken, waardoor ze bij aardbevingen niet verschuiven. De beroemdste heeft 12 hoeken. Morgen (donderdag) gaan we heel vroeg met een treintje naar Macho Pichu en komen pas vrijdag weer in Cusco terug.